De stad zucht en kreunt. Onder de warme deken van de zomer. Stralende zon en stralende gezichten. Wuivende takken en zwaaiende rokjes.Je kunt met natte haren naar buiten, de wind is jouw föhn. Je kunt met zonder mouwen naar buiten, de lucht is jouw jas. Ik houd van de zomer, van hitte, van zweet op onbespreekbare plekken. En als ik de straten en stegen van de stad mag geloven houdt iedereen van terrassen. We terrassen[ww.] massaal.
0 Comments
|